Bij Fruitsnacks telen we onze appels en peren zelf. Ondertussen kan je in onze boomgaarden 10 verschillende appelrassen en 5 verschillende perenrassen terugvinden, maar vroeger was dit anders. We doen voor jou onze oude doos weer even open :)
Vanaf de jaren ’30 heerste er als het ware een monocultuur. Heel wat appeltelers focusten zich namelijk op de productie van de Golden Delicious. Een appelras dat niet alleen lekker is, maar ook makkelijk te telen.
In de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog kende de fruitteelt een bloeiende periode. De Golden was populairder dan ooit. Aan het einde van de jaren ’60 kwam hier helaas verandering in en brak voor heel wat Belgische telers een zwarte periode aan. Door de invoering van het Vrijhandelsbeleid van de Europese Economische Gemeenschap waren er nieuwe handelsregels van toepassing. Deze regels gaven de Franse Golden-varianten onbeperkte toegang tot de Belgische markt en dit veroorzaakte een verzadigingscrisis. Hierdoor geraakten bergen appels niet meer verkocht. Een zure appel om door heen te bijten, want voor het harde labeur kregen de telers niets.
De Jonagold blaast Haspengouw nieuw leven in
In een onderzoekscentrum in Geneva, een stad in de staat New York, hadden onderzoekers van het State Agricultural Experiment Station in 1953 een nieuw ras, nl. de Jonagold ontwikkeld. Fruitboomkweker Jo Nicolaï heeft samen met landbouwvoorlichter Jef De Coster in 1967 de Jonagold naar Haspengouw gebracht. De komst van de Jonagold blies de fruitsector in de jaren ‘80 nieuw leven in en zorgde voor een nieuw, commercieel succes.
De eerste tweekleurige appel
De Jonagold kon zich onderscheiden van de rest door zijn unieke, tweekleurige karakter. Dit is de eerste tweekleurige appel en is een kruising tussen de Golden Delicious en Jonathan. Door de goede smaak van de Jonathan en de bewaareigenschappen van de Golden Delicious is de appel bij ons zeer populair. Hij is knapperig van textuur en zoetzuur van smaak. Hij bezit bovendien de ideale kenmerken om in het Limburgse Haspengouw te telen en de bomen zijn erg productief.
Tot een echte monocultuur zal het niet snel meer komen, want de fruitsector is zich nu bewust van de gevaren ervan. Er wordt daarom voortdurend onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van nieuwe rassen.