Waarschijnlijk heb je ze wel al eens opgemerkt. Fruitbomen die bedekt zijn met een witte laag. Maar wat is dit nu juist en waarom wordt dit gebruikt?
Wel, fruitboeren doen dit jaarlijks in het vroege voorjaar om de bomen te beschermen. De witte substantie die op de bomen zit, is een natuurlijke klei, kaoline genoemd. Deze techniek wordt eveneens toegepast om biofruit te telen. Weetje: Deze stof wordt ook gebruikt als grondstof voor porselein.
Maar hoe beschermt deze stof de bomen dan?
Door de bomen een witte kleur te geven, worden ze beschermd tegen de perenbladvlo. Door de bomen te bedekken met deze witte klei, treedt er een waarnemingsstoornis op bij deze vlo en kiest het diertje deze plantage niet uit om eieren te leggen. De larven van deze perenbladvlo maken immers een suikervloeistof (honingdauw) aan om zich tegen de felle zon en uitdroging te beschermen. Spijtig genoeg zorgt deze vloeistof zorgt voor een verkleuring en misvorming van de peren. We kunnen dit beestje dus beter niet in onze boomgaarden huisvesten.
Is dit dan milieuvriendelijk?
De witte klei is verder onschadelijk voor de bomen en de natuur en spoelt er na een regenbui gewoon weer af. Na de bloeiperiode is het niet meer nodig om de bomen met witte klei te bedekken. Dan zorgen andere insecten (o.a. de roofwants, lieveheersbeestjes en gaasvliegen) voor de natuurlijke bescherming van de bomen tegen de perenbladvlo.
We maken het ons natuurlijke helpers zo fijn mogelijk om bij ons te komen werken: we voorzien een insectenhotel, bloesemstroken, kleine landschapselementen, grasstroken en dergelijke: biotopen waar ze voedsel vinden en graag in vertoeven. Zo zorgen wij op een milieuvriendelijke manier voor lekker gezonde peren in onze fruitmanden.